Ik sta
's morgens om 5 uur op.
Ik drink elke
morgen een kop koffie.
MORGEN
De ‘
morgen’ is:
- het begin van de dag, wanneer de nacht overgaat in de dag
of
- de periode tussen het begin van de dag en de middag.
Je gebruikt ‘morgen’ altijd in combinatie met andere woorden zoals
een adjectief, een artikel, een pronomen.
| |
| We moeten ons iedere morgen haasten. |
---|
| Heb je deze morgen het nieuws al gehoord? |
---|
voorbeelden van 'morgen' in context
's MORGENS
’s morgens is een bijwoord van tijd. Het is een zinsdeel dat geen andere woorden nodig heeft om de tijd aan te duiden.
| |
| De vlucht is verplaatst naar 5 uur ’s morgens. |
---|
Je kan
’s morgens ook gebruiken om een gewoonte aan te duiden. Dan krijgt
’s morgens de betekenis van ‘elke morgen’.
| |
| ’s Morgens poets ik mijn tanden. (= Elke morgen poets ik mijn tanden) |
---|
voorbeelden van 's morgens in context
Opgelet: Het weglatingsteken (= apostrof) staat vóór de s. Wanneer je ’s schrijft aan het begin van een zin, verandert deze nooit in een hoofdletter. Het is de ‘m’ die de hoofdletter krijgt.
| |
| ’s Morgens eet hij nooit. |
---|