Welke jas is van jou?
Welk kasteel heb je bezocht?
Welk/welke is een vraagwoord dat altijd bij een substantief staat. Je vraagt ermee om te kiezen tussen twee of meer opties.
Als het substantief een
het-woord is, moet je er
welk voor zetten. Als het een
de-woord is, zet je er
welke voor.
De jas-> welke jas is van jou.
Het kasteel -> welk kasteel heb je bezocht?
Opgelet!
*een diminutief is altijd een
het-woord, dus gebruik je altijd
welk.
De jas - het jasje -> Welk jasje is van jou?
De kast - het kastje -> Welk kastje neem je mee?
*meervoud is altijd een de-woord, dus staat er altijd
welke voor.
Het kasteel - de kastelen -> Welke kastelen heb je bezocht?
Voorbeelden van welk/welke in context.