adjectief + -e
voor substantief met bepaald artikel (DE of HET)
de telefoon -> de zwarte telefoon
het gebouw -> het groene gebouw
voor substantief zonder artikel, met onbepaald artikel (een), met possessief pronomen (zijn, mijn,…) als het een DE-woord is
DE auto->een rode auto
DE bal -> zijn rode bal
voor een substantief in het meervoud
de zwarte telefoons.
de rode auto’s.
opm: -f wordt -ve
scheef -> de scheve toren
opm: -s wordt –ze
boos -> de boze juffrouw
adjectief zonder -e
voor HET-woord met een onbepaald artikel
Het huis -> een mooi huis
t
als het adjectief als adverbium wordt gebruikt
Die prijs lijkt me redelijk. (redelijk als adverbium)